Sanctiebeleid
Onze leerlingen moeten de gelegenheid krijgen om zich
te ontwikkelen tot zelfstandige en dus weerbare mensen. Mensen die initiatief
kunnen nemen, creatief en taalvaardig zijn, tolerant zijn en voor hun mening
durven uitkomen. Mensen met normbesef en verantwoordelijkheidsgevoel, die in
vrijheid keuzes maken en sociaal handelen. Naast het bijbrengen van kennis
zorgen wij ook voor een brede algemene ontwikkeling.
Om deze onderwijsdoelen te kunnen bereiken vormt onze
school een leer- en werkgemeenschap waarin leerlingen, docenten,
ouders/verzorgers en medewerkers elkaar vertrouwen en respecteren.
Het is van groot belang is dat leerlingen van hun
opvoeders thuis en van hun begeleiders op school vertrouwen krijgen in hun
capaciteiten, hun behoefte om zich te ontwikkelen en in hun vermogen om keuzes
te maken en doelen te stellen.
Daarmee wordt aan hen de ruimte geboden om
verantwoordelijkheid te dragen. Ze worden uitgedaagd en leren na te denken over
hun eigen stijl van leren en werken. Het Pieter Zeeman Lyceum stimuleert hen in
een sfeer van openheid, tolerantie en creativiteit.
Het kan zijn
dat leerlingen over de grenzen gaan van het toelaatbare in hun gedrag. In dat
geval zal de school overgaan tot sanctioneren. Bij straf geldt het voorschrift
dat een sanctie altijd vergezeld gaat van een gesprek waarin wordt uitgelegd
waarom de straf is opgelegd. Blijft deze informatie achter dan bestaat de straf
uit dressuur. De leerling leert dan niet het verschil tussen 'goed en kwaad' maar tussen 'voordelen en nadelen' van zijn gedrag (Leren in Veiligheid, drs.
P.I. Teitler).
Strafbeleid
gaat over disciplineren. Het is een manier om gedrag te beïnvloeden, net als
belonen. Hoe straf je en welke straf moet volgen op een overtreding? In zijn
algemeenheid is dat niet te zeggen, hoewel een werkbare stelregel is: “Geen
overtreding blijft zonder gevolgen en wees voorspelbaar en betrouwbaar in het
straffen”.
Een straf
moet in relatie staan tot de aard, de omvang, de duur en de frequentie van de
overtreding en moet bovendien een bepaald doel dienen, het is immers de
bedoeling dat de leerling gedrag zal moeten
afleren. Een ander doel kan zijn dat straf wordt opgelegd als compensatie van
schade die is aangericht, of ter bescherming van anderen.
Daar waar besloten wordt tot een
sanctie, kunnen externe partijen erbij betrokken worden. Dit kunnen onder meer
zijn de leerplichtambtenaar, bureau HALT, de jeugdverpleegkundige, de inspectie
of andere externen. Indien dit het geval is, worden de ouders/verzorgers altijd
geïnformeerd.
Voor eventuele vragen betreffende het
sanctiebeleid kunt u terecht bij de afdelingsleiding.